Percossa

In een wachtkamer zitten vier straatmuzikanten. Eén van hen heeft een gebroken drumstok, de ander zit vast in een grote trom, de derde draagt een fanfarepak met bandensporen op zijn rug en de vierde heet Janwillem.

Door de luidspreker klinkt een nieuwsbericht: “Dodenmars spelende fanfare aangereden door begrafenisstoet.”

De muzikanten proberen te achterhalen wat er is gebeurd. Wie zijn ze en waar bevinden ze zich? En belangrijker nog: waarom staat er een duikplank in de wachtkamer? Ze belanden in bizarre situaties waar de drums om de oren vliegen, er op zijn kop wordt gedanst en alles wordt gesloopt in een gevecht.

Plotseling begint een stem door de luidspreker af te tellen. Eén ding weten ze zeker: ze moeten hier weg. Gaan ze toch maar de duikplank op?