
Anouk van de Broek krijgt voor geschiedenis huiswerk op. Ze moet een opstel schrijven over de Tweede Wereld Oorlog. Ter inspiratie krijgen alle leerlingen een voorwerp mee. Anouk krijgt een oude koffer. Als ze ’s avonds op haar kamer wat aan de koffer morrelt, blijkt dat hij open kan en dat er een beer in zit. Met de beer in haar hand valt ze in slaap. Vanuit de verte hoort ze iemand haar naam roepen. Plotseling staat er een Joods meisje in vreemde kleren in haar kamer: Esther van Praag.